Akkoord over 18 bioscoopfilms per jaar bij publieke omroep

donderdag, 30 juni 2022


Nederlandse producenten van bioscoopfilms zijn het met de NPO eens geworden over het medefinancieren en uitzenden van 18 films per jaar via de tv-zenders en on demand-platforms van de publieke omroep. De NPO heeft hierover met de Nederlandse Audiovisuele Producenten Alliantie (NAPA), in samenspraak met de Nederlandse Content Producenten (NCP), een akkoord gesloten.

Het gaat om grote publieksfilms en kleinere filmparels, die voortaan uiterlijk 8 maanden nadat ze in de bioscoop te zien zijn geweest, via de NPO kunnen worden bekeken. De films zijn dan gedurende 3 jaar exclusief beschikbaar via de kanalen en platforms van de NPO, zoals NPO 1, NPO 2, NPO 3 en NPO Start/NPO Plus.

Bioscoopfilms die in het verleden in samenwerking met de publieke omroepen zijn gemaakt zijn bijvoorbeeld Tonio, Bloed Zweet en Tranen, Layla M., Brimstone, Chez nous, Achtste-groepers huilen niet, Michiel de Ruyter, Bankier van Verzet en Minoes.

Joost Baak (Manager Partnerships en zakelijk beleid NPO): “Dit is geweldig nieuws voor alle kijkers van de publieke omroep, die dankzij dit akkoord kunnen genieten van de beste Nederlandse bioscoopfilms. Het is mooi dat films die voor een groot deel met publiek geld tot stand komen, voor een lange periode gratis beschikbaar zullen zijn via de publieke omroep.”

Anna Pedroli (NAPA): “Wij zijn verheugd dat de Nederlandse Publieke Omroep zijn commitment uitspreekt naar de Nederlandse film- en de productiesector met dit akkoord. Ook danken wij het Filmfonds en de staatssecretaris voor hun bijdragen aan het zichtbaar maken van een divers palet aan speelfilms via de omroepen. Deze films kunnen zo een nog breder publiek bereiken; in de bioscoop, op televisie én on demand via de publieke kanalen.”

Arjan Lock (voorzitter College van Omroepen): “De publieke omroepen werken nauw samen met Nederlandse filmmakers om bioscoopfilms te maken. Het is ongelofelijk belangrijk voor makers en het publiek dat deze films een prominente plek hebben op onze publieke kanalen en platforms. Wij zijn dan ook zeer verheugd met dit akkoord.”