Interview NAPA-bestuurslid: Koji Nelissen

donderdag, 25 september 2025

De juiste mix vinden tussen talent en financiering

De Nederlandse Audiovisuele Producenten Alliantie (NAPA) bestaat vijf jaar. Ter ere van het jubileum vertellen de bestuursleden in een interviewreeks over hun werk, dromen, zorgen en overtuigingen. Koji Nelissen, producent van Keplerfilm, beschrijft het belang van een internationaal netwerk, hekelt de versplintering van het financieringsveld en benadrukt de noodzaak om zelf in de driver’s seat te gaan zitten.

  
Tekst: Edo Dijksterhuis; beeld: Maarten Delobel

  

Als op vrijdag 26 september in de Stadsschouwburg van Utrecht het licht uitgaat, zit Koji Nelissen te glimmen op de eerste rij. Het is de première van Voor de meisjes, de nieuwe film van Mike van Diem waarin de relatie tussen twee bevriende stellen op scherp komt te staan als hun dochters betrokken raken bij een ernstig ongeluk. “De menselijke tekortkomingen op hun best: pijnlijk, absurd en toch ook humoristisch”, omschrijft Nelissen de film waar hij met productiebedrijf Keplerfilm vier jaar geleden bij betrokken raakte.

“De film speelt zich af in de Alpen. We hadden net een film gedraaid in Zwitserland, wat ons goed beviel, maar in Oostenrijk was net de zeer gunstige ÖFI+ regeling gelanceerd. Dit is een cash rebate-regeling waarbij je standaard 30% van de investeringen in Oostenrijk terugkrijgt, plus een additionele 5% als je werkt volgens de Green Filmmaking-richtlijnen en ook nog eens 25% als de geïnvesteerde euro’s niet uit Oostenrijk afkomstig zijn. Met zo’n aanlokkelijk vooruitzicht zijn we meteen locaties gaan scouten, waarbij een warm contact met de film commissioner van Tirol deuren opende. Toen we ook nog een Belgische partner vonden, konden we het project indienen voor de Cinescoop-regeling van het Nederlands Filmfonds.” Binnen een jaar had Keplerfilm een ‘on-Nederlands’ budget van € 5,4 miljoen bij elkaar.


Buzz
De samenwerking met tweevoudig Oscar-winnaar Van Diem verliep soepel. “Hij is een filmmaker die zich extreem goed voorbereidt: hij draait geen millimeter te veel en iedereen staat relaxed op de set.” Sluitstuk van het succesvolle productietraject is de première als openingsfilm van het Nederlands Film Festival. “Zo’n rodeloperavond is natuurlijk een belangrijk moment om de film aan alle pers, van RTL Boulevard tot het NOS achtuurjournaal, te presenteren. Vooraf hebben we al zaadjes geplant via interviews van Mike met NRC en De Filmkrant. Op de golf van die buzz komt de film een week later uit in de bioscoop.”

Nelissen heeft het publicitaire vliegwieleffect eerder meegemaakt, toen in 2020 de Keplerfilmproductie Buladó festivalopener was. “Er was veel free publicity bij de première, nog een keer toen de film werd genomineerd voor een Gouden Kalf en weer toen we die prijs voor beste film ook nog eens wonnen. Dan sta je een weeklang in de aandacht en weet het publiek de film te vinden. We hadden de pech dat net de coronamaatregel van maximaal dertig bezoekers per zaal gold. Maar desondanks wist Buladó toen vijftigduizend bezoekers te trekken.”

Buladó was de eerste speelfilm die Nelissen samen met zijn compagnon Derk-Jan Warrink produceerde onder de naam Keplerfilm. Het was tevens de eerste in het Papiamento gesproken speelfilm van Nederlandse makelij. Regisseur Eché Janga toont het leven van een elfjarig Curaçaos meisje, haar rationele vader en haar spirituele opa. “Eché liet een andere kant van Curaçao zien, ver weg van de toeristenstranden die vaak het decor zijn van films met witte verhalen”, vat Nelissen het samen.


Vernieuwing
Buladó kwam uit toen de wereldwijde Black Lives Matter-protesten het bewustzijn rond diversiteit en inclusie versterkten, ook in de Nederlandse filmwereld. We hopen dat de film heeft kunnen bijdragen aan meer ruimte voor diversiteit in de Nederlandse speelfilm. Inmiddels heeft het Filmfonds met Studio Caribe een regeling opgezet die de samenwerking met Curaçao binnen de Nederlandse filmindustrie versterkt.”

Maatschappelijke betrokkenheid loopt als een rode draad door het werk van Keplerfilm, hoewel Nelissen liever het woord ‘vernieuwing’ gebruikt. “Het mag entertainment zijn, zolang het een verhaal is dat nog niet gezien is, met een nieuwe invalshoek”, zegt hij, om daarna toe te geven dat het opmerkelijk vaak om maatschappelijk urgente of politiek actuele verhalen gaat. “Pink Moon gaat over zelfbeschikking en het recht om zelf je levenseinde te kiezen. Captain Nova gaat over milieu en klimaatverandering maar dan vanuit een avontuurlijk, kinderlijk perspectief. We willen het publiek uitdagen, iets laten zien waarover men met elkaar in gesprek kan gaan.”

Een ander kenmerkend aspect van Keplerfilmproducties: ze zijn ‘auteurgedreven’. Het idee moet ontstaan bij de makers en liefst niet enkel door de regisseur of scenarist worden gedragen. We streven ernaar het hele team al in een vroeg stadium erbij te betrekken. En dan is het onze taak als producenten om de ambities, het talent, de partners en de nodige financiering in de juiste mix bij elkaar te krijgen.”

Voorafgaand aan de oprichting van Keplerfilm in 2016 deden Koji en Derk-Jan beiden ruime ervaring op bij andere producenten. Na de Filmacademie maakte Nelissen eerst een paar jaar commercials, “een hands on leerschool van korte projecten op verschillende sets”. Een periode bij Waterland Film volgde, waar hij de dramaturgische kant van het vak beter leerde kennen. En toen het Nederlands Filmfonds op zijn pad kwam, werd hij daar projectcoördinator wat betreft de suppletieregeling. “Ik kreeg een kijkje in de keuken van bijna ieder productiehuis in Nederland”, vertelt hij. “Het fonds heb ik leren kennen als organisatie waar dingen niet zomaar over de schutting worden gegooid maar waar echt wordt nagedacht over keuzes. Na drie jaar ben ik echter weggegaan omdat mijn ambitie bij het produceren van films ligt.”


Spanningsboog
Na een paar jaar freelancen voor onder andere Johan Nijenhuis, Shooting Star en Millstreet begon het te kriebelen. Hij begon voor zichzelf, samen met Filmacademievriend Derk-Jan Warrink. Hun eerste kantoor was antikraak in een oude dokterspraktijk, met een krakkemikkig bureau en niet veel meer dan een koffiezetapparaat en een logostempel omdat ze geen geld hadden voor eigen briefpapier. “Je moet dan eerst ontdekken wie je bent, maar ook elkaar leren kennen als professioneel partner – zelfs als je al zo lang bevriend bent. We konden best botsen maar hebben altijd alles op dezelfde dag nog uitgepraat. We kiezen samen onze projecten en voeren ze ook samen uit. Derk-Jan focust daarbij op de makers en ontwikkeling, ik doe de zakelijke kant en distributie. Als een van de twee twijfelt dan doen we een project niet. Je gaat toch een langdurige relatie aan met een maker en moet een spanningsboog van vijf tot tien jaar volhouden.”

Dat de meeste projecten van Keplerfilm sneller gerealiseerd kunnen worden is te danken aan een gerichte aanpak. Maar dat kan ook door het grote internationale netwerk dat Nelissen en zijn compagnon door de jaren heen hebben opgebouwd. Voor Nelissen begon dat met European Audiovisual Entrepreneurs (EAVE), een Creative Europe-workshop voor beginnend producenten. Later volgde het meer gespecialiseerde Ateliers du Cinéma Européen (ACE). “En ik had de eer in 2020 te worden gevraagd als consultant van ACE”, vertelt Nelissen. “Ik begeleid jaarlijks vier projecten, heb op persoonlijk niveau contact met het netwerk en krijg regelmatig updates over de complete Europese filmfinancieringswereld.”


Versplintering financiering
De mentorrol binnen ACE bevalt hem, maar Nelissen maakt zich zorgen over de nieuwe generatie producenten in Nederland. “Die zie ik bijna niet. Misschien komt het door de beperkte kansen die ze krijgen. Toen wij begonnen was er een Deltaplan voor talentontwikkeling, maar programma’s als Cinema Junior bestaan inmiddels niet meer. Het grootste probleem is echter de versplintering van het financieringsveld. Corona was daarin het breukpunt, met de opkomst van streamers als katalysator. Die hebben met enorme marketingbudgetten alles opgeschud en nu dat geld op is, blijft chaos over.

Het combineren van verschillende financieringsbronnen wordt volgens Nelissen steeds moelijker. Waar je vroeger gemakkelijk een film met steun van het Nederlands Filmfonds, CoBO, Abraham Tuschinski Fonds, NPO en een minimum garantie van een filmdistributeur kon realiseren, is dat vandaag de dag ontzettend moeilijk. “De individuele stapjes tellen niet meer op”, constateert hij. “En dat geldt ook voor de aansluiting van nationale fondsen op internationale regelingen. Zo heeft het Filmfonds een gezamenlijke ontwikkelingsregeling met België en Luxemburg maar is er geen vervolg dat voorziet in gezamenlijke realisering.”

Ook op de Netherlands Production Incentive heeft Nelissen het nodige aan te merken, vooral op de recente evaluatie van de tien jaar dat de stimuleringsmaatregeling bestaat. “Het Filmfonds blijft de Incentive zien als ‘gap’-financiering terwijl het juist de basis moet zijn waarmee je van start kunt. Wij hadden laatst een project waarvoor we het geld van Europese fondsen en Eurimages binnen hadden, voordat we pas een Incentivebijdrage kregen. Met één punt minder hadden we de productie een jaar moeten uitstellen omdat we onze Nederlandse financiering niet op orde konden krijgen.”

De versplintering van het financieringsveld en het suboptimaal functioneren van regelingen vormen volgens Nelissen een serieuze bedreiging voor de continuïteit van zijn bedrijf – en van de hele sector. “Wij zouden liefst twee, drie jaar vooruit kijken, maar net als ieder NAPA-lid weet ik niet wat we in 2026 gaan maken en dat brengt onzekerheid voor de bedrijfsvoering met zich mee”, stelt hij. Om er monter op te laten volgen: “Daarnaast vind ik het belangrijk dat we als producenten echt ondernemers kunnen zijn. Autonomie moet voorop staan, met de mogelijkheid te falen of succesvol te zijn. En daar ook voor beloond te worden. Het is belangrijk om als producent zelf dingen te initiëren. Dan zitten wij in de driver’s seat.


Vrijdag 26 september gaat het Nederlands Film Festival 2025 van start. Als producent is Koji Nelissen medeverantwoordelijk voor de openingsfilm: Voor de meisjes (regie: Mike van Diem; producent: Keplerfilm). Daarnaast is hij actief binnen het inhoudelijke programma van het festival. Zo spreekt hij op de jaarlijkse filmpolitieke bijeenkomst op zondag 28 september. Ook is hij panellid tijdens de Branchecontactdag op woensdag 1 oktober, de gezamenlijke dag van producenten-, distributeurs- en vertonersverenigingen.