NTR verdwijnt, NAPA zeer bezorgd over gevolgen voor programmering
Op vrijdag 4 april presenteerde minister Eppo Bruins (OCW) zijn plannen voor de herziening van het Nederlandse publieke omroepbestel. Deze plannen, die inmiddels door de ministerraad zijn goedgekeurd, blijken nog ingrijpender dan eerder werd verwacht en vormen een fundamentele herziening van het bestel.
Fundamentele wijzigingen
De kern van het plan is een drastische vermindering van het aantal omroepen. Het huidige bestel met elf omroepverenigingen moet plaats maken voor vier tot vijf 'omroephuizen'. Deze omroephuizen krijgen een vaste plek in het bestel; er komt dus geen systematiek meer van toe- en uittreding van omroepen. De huidige omroepverenigingen kunnen zich clusteren in deze omroephuizen, waarbij de minister ruimte laat voor omroepen om zelf te verkennen welke samenstelling het meest passend is.
Een van de meest opvallende maatregelen is het verdwijnen van de NTR: de taakomroep die de opdracht heeft om aandacht te besteden aan kunst, cultuur, jeugd, educatie, diversiteit en minderheden. De NTR verzorgt programma's als Het Klokhuis, Het Sinterklaasjournaal en Het Verhaal van Nederland, documentaires onder de noemers Het Uur van de Wolf, NPO Doc en Teledoc en is betrokken bij de productie van speelfilms. In een interview in het AD stelt minister Bruins: "De taken van de NTR zijn essentieel en moeten blijven. Maar mijn idee is dat dat niet per se in één organisatie hoeft." NTR-directeur Lucas Goes heeft geschokt gereageerd en stelt dat dit "voelt alsof je het hart uit de publieke omroep haalt." De NOS blijft wel als eigenstandige taakomroep bestaan.
De minister stelt dat de omroephuizen stichtingen moeten worden die als werkgever fungeren voor alle medewerkers. De huidige omroepverenigingen kunnen wel gekoppeld blijven aan de omroephuizen als een manier om maatschappelijke worteling te borgen, maar het werkgeverschap moet overgaan naar het omroephuis. Verder wil de minister een onafhankelijke ombudsman instellen die niet langer door de NPO wordt benoemd en de minister verder op afstand zetten van het bestel.
Impact bezuinigingen op positie externe producenten
De hervormingsplannen komen bovenop de reeds aangekondigde bezuinigingen van 156 miljoen euro die vanaf 2027 worden doorgevoerd. Een deel daarvan moet komen uit efficiencyslagen en het snijden in bestuurslagen, maar volgens zowel minister Bruins als de omroepen is het "onvermijdelijk dat ook het programma-aanbod geraakt zal worden door deze bezuinigingen".
Eerder dit jaar hebben de publieke omroepen al aangekondigd dat ze alvast 20 miljoen euro gaan bezuinigen op de programmering in 2026, vooruitlopend op deze grotere bezuinigingen. Voor de audiovisuele producenten is dit buitengewoon zorgwekkend. Jan Slagter (Omroep Max) en Dominique Weesie (PowNed) hebben al eerder publiekelijk verklaard dat de eerste klappen bij de producenten buiten de omroepen zullen vallen.
Daarnaast is de minister voornemens om de huidige mogelijkheid voor buitenproducenten om programmavoorstellen te pitchen bij de NPO-organisatie uit de wet halen. Hij vindt het wenselijker dat producenten hun voorstellen indienen bij de omroephuizen.
Vervolg
Minister Bruins geeft aan dat hij de komende tijd met betrokken partijen verder in gesprek gaat over de nadere uitwerking. De bedoeling is om begin 2026 een wetsvoorstel in internetconsultatie te brengen, zodat het nieuwe bestel in 2029 kan ingaan. Daarbij is hij afhankelijk van de verlenging van de huidige erkenningsperiode met twee jaar, waarover de Tweede Kamer nog moet beslissen. NAPA volgt de ontwikkelingen nauwlettend. Wij zullen input leveren voor het Kamerdebat Media dat voor 14 april gepland staat.
Reactie NAPA
"De publieke omroep vervult een essentiële rol in ons medialandschap en in onze democratie en is een cruciale partner voor audiovisuele producenten. We begrijpen dat hervormingen nodig zijn om het publieke bestel toekomstbestendig te maken. Op dit moment is het echter nog onduidelijk welke impact de plannen van minister Bruins hebben op de audiovisuele sector in brede zin. In combinatie met de aangekondigde forse bezuinigingen plaatst dit onze sector voor extra grote uitdagingen.
Wij staan voor een sterke publieke omroep en pleiten ervoor dat de programmering zo veel als mogelijk wordt ontzien. De taakstelling van de publieke omroep maakt duidelijk waarmee zij zich kan en moet onderscheiden van andere media-aanbieders: zorg dragen voor een kwalitatief hoogstaand en pluriform media-aanbod.
Als onafhankelijke producenten zijn wij verantwoordelijk voor veel gewaardeerde en kwalitatief hoogstaande producties op de publieke kanalen. Denk aan veelbekeken dramaseries, documentaires en speelfilms van eigen bodem. Deze producties bieden dagelijks vermaak en ontspanning aan miljoenen Nederlanders. Ze bieden ook een spiegel van onze tijd en samenleving in al zijn gelaagdheid en meerstemmigheid.
We roepen minister Bruins op om, bij nadere uitwerking van de hervorming, scherp te letten op een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen de NPO, de omroepen c.q. omroephuizen en onafhankelijke producenten. Dat is nodig om tot een transparante en efficiënte werkwijze te komen. De huidige situatie dat omroepen zowel opdrachtgevers als concurrenten zijn van producenten leidt tot een ongelijk speelveld en belemmert innovatie en creativiteit.
Onafhankelijke producenten hebben samen met hun medemakers bewezen meerwaarde voor het publieke bestel: ze zijn flexibel, innovatief, creatief en kostenefficiënt. In tijden van bezuinigingen zou juist méér samenwerking met de productiesector voor alle partijen voordelig kunnen zijn.
Een gezond mediabestel heeft baat bij een sterke, creatieve en diverse productiesector. NAPA denkt graag constructief mee over oplossingen die zowel het publieke bestel als de productiesector ten goede komen."